Het landschap van Artificial Intelligence (AI) evolueert snel, met AI Agents die naar voren komen als een cruciaal onderdeel. Een AI Agent combineert in wezen de cognitieve kracht van een Large Language Model (LLM) met een toolkit waarmee hij autonoom commando’s kan uitvoeren, informatie kan ophalen en taken kan volbrengen. Deze agents reageren op verzoeken van gebruikers of interageren met andere agents. Het potentieel van AI agents ligt in hun vermogen om operaties te schalen, ingewikkelde processen te automatiseren en de efficiëntie in verschillende bedrijfsfuncties te verbeteren, waardoor de individuele productiviteit aanzienlijk wordt verhoogd.
De consensus is dat een universele ‘one-size-fits-all’-agent de diverse en complexe taken die van AI agents worden verwacht niet effectief kan afhandelen. De oplossing ligt in Agentic Workflows. Deze worden gecreëerd door netwerken van autonome AI Agents die beslissingen kunnen nemen, acties kunnen uitvoeren en taken kunnen coördineren met minimale menselijke tussenkomst.
Google’s Visie op Agent Interoperabiliteit: Het Agent2Agent Protocol (A2A)
Google introduceerde het Agent2Agent (A2A) protocol op 9 april 2025. Het is ontworpen om naadloze communicatie tussen AI agents te faciliteren, waardoor ze veilig gegevens kunnen uitwisselen en complexe zakelijke workflows kunnen automatiseren. Dit wordt bereikt door interactie met bedrijfssystemen en platforms van derden.
Het A2A protocol is het resultaat van samenwerking tussen Google en meer dan 50 industriële partners, die allemaal een gemeenschappelijke visie delen op de toekomst van AI Agent samenwerking. Cruciaal is dat deze samenwerking specifieke technologieën overstijgt en is gebaseerd op open en veilige standaarden.
Kernontwerpprincipes van A2A
Tijdens de ontwikkeling van het A2A protocol werden Google en zijn partners geleid door een aantal fundamentele principes:
- Open en Vendor-Agnostisch: Het A2A protocol moet open zijn, wat betekent dat de specificaties ervan openbaar toegankelijk zijn. Dit zorgt ervoor dat elke ontwikkelaar of organisatie het protocol kan implementeren zonder eigendomsbeperkingen. Vendor-agnostisch betekent dat het protocol niet gebonden is aan de technologie van een specifieke leverancier. Dit bevordert een gelijk speelveld voor alle deelnemers.
- Natuurlijke Modaliteiten voor Samenwerking: A2A stelt agents in staat om samen te werken met behulp van hun inherente, ongestructureerde communicatiemethoden. Dit onderscheidt agents van tools en onderscheidt A2A van het Model Context Protocol (MCP).
- Gebouwd op Bestaande Standaarden: Om de integratie met bestaande IT-infrastructuren te vereenvoudigen, is het protocol gebouwd op gevestigde standaarden zoals HTTP, Server-Sent Events (SSE) en JSON-RPC.
- Standaard Beveiligd: Beveiliging is een uiterst belangrijke zorg. A2A bevat authenticatie- en autorisatiemechanismen van bedrijfsniveau om gevoelige gegevens te beschermen en veilige interacties te garanderen.
- Data Modaliteit Agnostisch: A2A is niet beperkt tot tekstgebaseerde communicatie. Het kan verschillende soorten gegevens verwerken, waaronder afbeeldingen, audio- en videostreams.
A2A’s Functionaliteiten: Het Bevorderen van Agent Samenwerking
A2A biedt een reeks ingebouwde functionaliteiten om agent interacties te stroomlijnen:
- Capability Discovery: Dit stelt agents in staat om hun mogelijkheden te adverteren. Clients kunnen gemakkelijk identificeren welke agent het meest geschikt is voor een specifieke taak. Beschouw het als een digitale marktplaats waar agents hun vaardigheden en expertise tonen.
- Task and State Management: Communicatie tussen een client en een agent draait om de uitvoering van Tasks. Deze taken worden gedefinieerd door het protocol en hebben een goed gedefinieerde levenscyclus. Het resultaat van een taak wordt een Artifact genoemd. Het beheer van zowel taken als hun statussen zorgt voor een betrouwbare en traceerbare workflow.
- Secure Collaboration: Agents kunnen veilig berichten uitwisselen om context te delen, reacties te geven, artefacten te leveren of gebruikersinstructies door te geven. Dit bevordert een collaboratieve omgeving waar agents naadloos kunnen samenwerken.
- User Experience Negotiation: Elk bericht bevat ‘parts’, dit zijn op zichzelf staande stukjes inhoud, zoals een gegenereerde afbeelding. Elk onderdeel heeft een gespecificeerd inhoudstype, waardoor zowel de client als de remote agent het eens kunnen worden over de vereiste indeling. Deze functie omvat ook de onderhandeling over de UI-mogelijkheden van de gebruiker, zoals iframes, video en webformulieren.
De Capability Discovery en User Experience Negotiation functies zijn bijzonder aantrekkelijk omdat ze de weg vrijmaken voor de creatie van Agent Marketplaces. In deze marktplaatsen kunnen providers hun agents aanbieden en kunnen clients de meest geschikte agent selecteren om specifieke taken uit te voeren.
Hoewel dit concept buitengewoon veelbelovend en potentieel essentieel is voor de groei van de AI Agents markt, vereist het realiseren van deze visie meer dan alleen het definiëren van een interactieprotocol.
Het Ontcijferen van Agent2Agent Protocol Concepten
Het begrijpen van de kernconcepten die ten grondslag liggen aan het protocol is cruciaal voor een effectieve implementatie en benutting. Deze concepten zullen al bekend zijn bij veel ontwikkelaars van AI Agents:
- Agent Card: Dit is een openbaar metadata-bestand dat de mogelijkheden, vaardigheden, endpoint URL en authenticatievereisten van een agent beschrijft. De Agent Card speelt een cruciale rol in de ontdekkingsfase, waardoor gebruikers de juiste agent kunnen selecteren en begrijpen hoe ze ermee moeten interageren.
- Server: Een agent die de A2A protocol methoden implementeert, zoals gedefinieerd in de JSON specificatie. In wezen is de Server de agent die zijn diensten aanbiedt via het A2A protocol.
- Client: Dit kan een applicatie of een andere agent zijn die A2A services consumeert. De Client initieert verzoeken en maakt gebruik van de mogelijkheden die door de Server worden aangeboden.
- Task: De fundamentele werkeenheid voor de Agent. Geïnitieerd door de Client en uitgevoerd door de Server, doorloopt het verschillende states gedurende zijn levenscyclus.
- Message: Vertegenwoordigt de communicatie-uitwisselingen tussen de Client en de Agent. Elk Message heeft een gedefinieerde role en bestaat uit Parts.
- Part: Dit is de basale inhoudseenheid binnen een Message of een Artifact. Een part kan tekst, een bestand of gestructureerde data zijn. Dit maakt flexibele communicatie van verschillende datatypen mogelijk.
- Artifact: Vertegenwoordigt de outputs die door de agent worden gegenereerd tijdens het voltooien van een Task. Net als Messages bevatten Artifacts Parts.
- Streaming: Het protocol ondersteunt streaming, waardoor de Server de Client in real-time kan updaten over de status van langlopende taken. Dit verbetert de gebruikerservaring door continue feedback te geven.
Het Huidige Landschap van het Agent2Agent Project
A2A is pas recentelijk aan het publiek geïntroduceerd en de specificaties ervan zijn nu beschikbaar op GitHub. Vanaf nu is er geen officiële roadmap of productieklare implementatie van het protocol. Google werkt echter actief samen met partners om later in 2025 een productieklare versie te lanceren.
De A2A GitHub repository biedt verschillende code voorbeelden in zowel TypeScript als Python, samen met een uitgebreide demo applicatie. Deze applicatie toont de interactie tussen agents die zijn ontwikkeld met behulp van verschillende Agent Development Kits (ADK).
Hoewel dit een basis biedt voor experimentatie, moet A2A worden geïntegreerd in het bestaande ecosysteem van frameworks en tools die worden gebruikt voor het implementeren van Agentic Workflows voordat het kan worden toegepast in bedrijfskritische applicaties.
De steun van een groot aantal belangrijke spelers (met name geen van de bedrijven die foundation modellen leveren zijn aanwezig) die met Google samenwerken aan de protocoldefinitie suggereert sterk dat de nodige tools binnenkort beschikbaar zullen zijn en dat A2A zal worden geïntegreerd in de toonaangevende agent frameworks.
A2A vs. Model Context Protocol (MCP): Het Begrijpen van het Onderscheid
Het Model Context Protocol (MCP), ontwikkeld door Anthropic, stelt applicaties in staat om context te bieden aan Large Language Models. Anthropic beschrijft MCP als de ‘USB-C port voor AI applicaties’, die een gestandaardiseerde manier biedt om LLM’s te verbinden met databronnen en tools, net zoals USB verschillende randapparatuur met apparaten verbindt.
Volgens Google is A2A niet bedoeld om MCP te vervangen. Er is minimale overlap tussen de twee protocollen; ze pakken verschillende problemen aan en opereren op verschillende abstractieniveaus. A2A faciliteert interactie tussen Agents, terwijl MCP Large Language Models verbindt met tools, die ze op hun beurt verbinden met services en data. De twee protocollen zijn dus complementair.
Agent2Agent en Model Context Protocol zijn twee stukjes van dezelfde puzzel en ze zullen beide nodig zijn om de toekomstige visie voor agentic workflows en alomtegenwoordige AI te realiseren.